Visioenen 14
In het werk:
Prof. Dr. C.A. van Peursen Lichaam-Ziel-Geest, de mens als oriëntatie vanuit zijn wereld. Utrecht, 1956,Hoofdstuk VII: Lichaam, ziel en geest in de bijbel, blz: 88-93., schrijft
Prof. van Peursen o.a.: ( Zie appendix bij 'Te Elfder Ure')
Wanneer in het Nieuwe Testament over het lichaam gesproken wordt beduidt dit de gehele mens.... De mens hèèft niet alleen, maar ìs ook zijn lichaam.... In de Hellenistische gedachtewereld, binnen welke met name Paulus werkte, werd naast het lichaam ook gesproken van het vlees (sarx). Dit duidde dan op het zondige van de mens dat was verbonden aan zijn lichamelijkheid. Verlossing daarvan impliceert bevrijding van het lichaam (asarkos). Ook Paulus zelf gebruikt het woord vlees. En dan soms met oog op zondigen: wandelt in de geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees (Gal. 5:16, e.v.). Is hier geen sprake van een dualisme tussen het (zondige) lichaam en de geest?
Toch blijkt dat Paulus niet zozeer bij Platonische en Hellenistische gedachten aansluit als wel bij Oudtestamentische. En wel omdat het woord 'vlees' ook hier de mens tekent in zijn vergankelijkheid tegenover het goddelijke en onvergankelijke. Het is dus zeker meer dan het lichaam en duidt allereerst, in zijn meest ruime en neutrale betekenis, de bestaanswijze van de totale mens aan....... Vlees betekent dan vervolgens niet de aardse situatie op zichzelf genomen, maar ten overstaan van God. De menselijke situatie is pas te ontdekken in haar afgegrensd zijn van God uit (dikwijls in de formulering vlees en bloed, 'sarx kai haima' o.a. Gal. 1:16; Ef. 6:12). ...... Begrijpelijker worden nu de zinswendingen, waar het 'vlees' in verband wordt gebracht met de zonde. Het gaat dan immers niet om de lichamelijkheid. Maar om de aardse bestaanswijze van de mens. Deze is in zichzelf niet zondig, maar wordt tot zonde indien zij het volledige oriëntatiepunt voor het menselijke leven wordt......
Het gaat daarbij dus niet om het lichamelijke dat als zodanig, tegenover de ziel of geest, het zondige zijn zou. Dat blijkt ook wel hieruit, dat Paulus in plaats van 'naar het vlees' ook wel spreekt van 'naar de mens' b.v. I Cor. 3:3; vert.: als mensen).
Van Peursen is het dus helemaal niet eens met de bewering die vele 'geleerden' aanhangen, dat Paulus een Hellenistisch denker en navolger van Plato was. Zijn gedachtegoed sluit veel
meer aan bij het Jodendom an sich. De mens herken je pas in diens vleselijke vergankelijkheid tegenover het goddelijke en onvergankelijke. Het duidt in zijn meest ruime en neutrale betekenis de bestaanswijze van de totale mens aan. Dit is een zeer heldere opmerking van de professor. Hier gaat het in essentie om de situatie van de mens ten overstaan van God en niet zozeer de aardse toestand op zichzelf genomen, zoals zovelen ons in hun onjuiste denktrant willen doen geloven.
De menselijke toestand is pas te ontdekken in haar afgegrensd zijn van God uit 'sarx kai haima'. Nu kunnen we eindelijk begrijpen dat het begrip 'vlees' in verband wordt gebracht met de zonde. Het is niet de lichamelijke act an sich'' of de daad die in ons lichaam wordt bedreven, maar veeleer de loutere bestaanswijze van de mens zoals hij nu eenmaal is! Deze aardse bestaansvorm is in zichzelf niet zondig, maar wordt tot
zonde indien zij het volledige oriëntatiepunt voor het menselijke leven wordt..... Het gaat er dus volgens Van Peursen niet om het lichamelijke als zodanig te veroordelen, dat sowieso een afgescheiden zijn is t.o.v. God, maar veeleer om de God-loze keuzes die vervolgens het aardse bestaan alleen verheerlijken. Het gaat dus niet om het lichamelijke dat als zodanig, tegenover ziel of geest, het zondige zijn zou. Dat blijkt ook wel hieruit, dat Paulus in plaats van 'naar het vlees' ook wel spreekt van 'naar de mens'.
De Griekse beschaving met haar prachtige beelden die het atletische lichaam verheerlijken, net zoals de Romeinse beschaving, is evenzo goddeloos als de huidige met haar materiële en god-loochenende zienswijze. In haar afgegrendeld zijn van God waar 'sarx kai haima' wordt beleden, veroordeelt de mensenwereld zichzelf. 'Naar de mens' is eenieder zondig tegenover God. Het gaat er dan om wat je hiermee doet: de
spiraal naar beneden (materie en lichamelijke welvaart als oriëntatiepunt. Leve 'The Secret') of de spiraal omhoog ( de verlichte geest zoekt God).
Het is dan ook logisch te bedenken dat de aanname van het offer van Christus Jezus een ziel vrijzet. (Ziel in betekenis van de geestelijke mens). Deze aanname alleen maakt dat de ziel zich geen zorgen meer behoeft te maken over de veel - besproken redding. Dat is geregeld. Het offer van Christus Jezus wordt door deze verkeerde denktrant tevens gekleineerd en ontdaan van zijn Goddelijk aspect. Elke overtreding of
zonde wordt immers in het lichaam afgerekend. Iedereen kan dus tot een taak geroepen worden in de Christelijke gemeente: letterlijk iedereen. Hierover zou menig voorganger eens goed moeten nadenken vooraleer hij of zij wereldse mensen
veroordeelt.
Een ander aspect van deze zienswijze impliceert dan ook de gevolgtrekkingen van de natuurgeneeskundige visie.
Wanneer we ervan uitgaan dat ziekte een stimulus is die allereerst de geest/gedachte van het individu bereikt om een ver-andering aan te brengen, voordat deze prikkel in het lichaam zakt, alwaar hij zich uitwerkt als de betreffende
aandoening met de betekenis waarvoor het aangetaste orgaan staat; dan zien we dus dat de menselijke aardse staat een uitdaging is. Een uitdaging om het niet te laten bij de toestand 'naar het vlees', maar net dit geroepen - zijn aan te grijpen om de situatie 'naar de mens' te veranderen 'naar de wens van God'. Hem te leren kennen betekent vooruitgang in het kosmische evolutieproces, gesteld door de Schepper; niet door Darwin c.s.